Roberto Galtieri

Het contact tussen mensen uit verschillende volkeren, culturen en talen,
brengt positieve verandering in de samenleving

Roberto Galtieri is erevoorzitter van de ANPI, een vereniging die de herinnering aan het verzet tegen het fascisme levend houdt. Zoals bekend waren er in België veel Italiaanse immigranten die vochten voor de bevrijding van hun land van de nazi-bezetting. Daar­naast is Roberto ook vertegenwoor­diger van de culturele vereniging Antonio Gramsci, genoemd naar de invloedrijke Italiaanse linkse intellectueel. Deze vereniging richt zich op historische en culturele kwesties. Beide organisaties zijn sinds 2013 lid van AIF+.

Wat is de missie van ANPI en Gramsci Bxl in deze snel verande­rende maatschappij vol politieke en sociale uitdagingen?
De ANPI richt zich voornamelijk op activiteiten rond herinneringscul­tuur, zoals de publicatie van boe­ken. Een belangrijk werk is dat van professor Anne Morelli (ULB), die de bijdrage van Italiaanse migran­ten aan de bevrijding van België onderzocht. Velen van hen werden geëxecuteerd of gefolterd door de nazi’s, omdat ze voor de vrijheid van België vochten. Onze missie is dan ook duidelijk: we staan voor democratie, antifascisme en vrij­heid.

Naast publicaties organiseert Gramsci ook belangrijke herden­kingen, zoals op 25 april (de be­vrijding van Italië) en op 8 mei (de bevrijding van België). We werken samen met de 8 mei-coalitie en nemen deel aan herdenkingsac­tiviteiten, zoals het driejaarlijkse bezoek aan Breendonk. Daarnaast zet Gramsci zich in voor demo­cratische participatie en culturele groei, onder andere via filmverto­ningen, debatten en muziekiniti­atieven. De Antifascistische Pasta zal hier niet ontbreken, een sym­bolische traditie en lekkernij die solidariteit en herdenking combi­neert.

Welke politieke en sociale uit­dagingen ondervinden ANPI en Gramsci vandaag?
Een van de grootste uitdagingen is de afname van participatie. Elk jaar zien we een daling in de betrokken­heid van mensen bij collectieve ac­tiviteiten, niet alleen binnen onze verenigingen, maar in de hele sa­menleving. Dit heeft verschillende oorzaken: de toegenomen afhan­kelijkheid van mobiele telefoons, het wantrouwen in de politiek en de dalende opkomst bij verkiezin­gen, vooral nu stemmen niet over­al meer verplicht is. We proberen mensen bewust te maken van het belang van participatie, niet alleen in onze activiteiten, maar ook in het bredere maatschappelijke le­ven.

Hoe bereiken jullie jongeren en kunnen zij zich betrokken voelen bij jullie werk?
We hebben binnen ANPI al een eerste stap gezet door het bestuur te vernieuwen en een jongere ge­neratie aan te trekken. Met Grams­ci ligt dat iets moeilijker, omdat deelname daar vaak gepaard gaat met studie en lectuur, iets wat te­genwoordig minder populair is.

Jullie organiseren regelmatig onli­ne debatten en conferenties.
Hoe is deze ervaring begonnen en wat zijn de voor- en nadelen?
We zijn begonnen met online acti­viteiten om twee redenen. Ten eer­ste dwong de coronapandemie ons om nieuwe manieren van werken te ontdekken. Ten tweede moesten we onze fysieke locatie in Sint-Gil­lis opgeven vanwege te hoge huur­kosten. Hoewel online evenemen­ten een oplossing bieden, geven we de voorkeur aan fysieke bijeen­komsten, omdat direct contact es­sentieel blijft.

Op 18 december, de Internatio­nale Dag van de Migrant, werkten jullie samen met ons festival Mu­ziek Résiste. Hoe zie je dit soort initiatieven en wat was de beteke­nis van jullie bijdrage met de An­tifascistische Pasta?
Het Muziek Résiste-festival was een geweldig initiatief, met veel publiek en een sterke boodschap. Dit soort evenementen zou jaar­lijks moeten plaatsvinden, omdat ze mensen niet alleen samenbren­gen om te eten en te dansen, maar ook om na te denken.

De Antifascistische Pasta heeft een bijzondere geschiedenis. Op 25 juli 1943 werd Mussolini gearresteerd, wat leidde tot volksfeesten in heel Italië. In een dorp nabij Bologna organiseerde de antifascistische familie Cervi een pastamaaltijd voor het hele dorp. De zeven zonen van de familie werden later geëxe­cuteerd door de nazi’s wegens hun verzet. Sindsdien staat de Antifas­cistische Pasta symbool voor so­lidariteit en herdenking. Overal waar we dit organiseren, blijft het principe hetzelfde: de maaltijd moet gratis zijn en dient als cultu­reel en politiek gebaar.

Op 21 maart, de Internationale Dag tegen Racisme en Discrimi­natie, organiseren jullie een be­zoek aan Breendonk, waaraan ook AIF+ Brussel zal deelnemen. Kun je meer vertellen over deze activiteit en waarom deze dag zo belangrijk is?
Deze dag is dit jaar extra relevant, omdat de Verenigde Naties on­der druk van Israël de nadruk op antisemitisme binnen de antira­cistische strijd heeft gelegd. Dit weerspiegelt bredere geopolitieke ontwikkelingen, zoals de genocide in Gaza. We willen benadrukken dat racisme een veelzijdig en diep­geworteld probleem is, dat zich uitstrekt over klassen, geslacht en overtuigingen.

Op 23 maart organiseren we een bezoek aan Breendonk. Twee van onze leden zullen als vrijwillige gidsen het gruwelijke verleden van het nazisme belichten. Fascis­me en nazisme zijn ideologieën van verdeeldheid, waarin anderen als minderwaardig worden be­schouwd. Dit bezoek helpt ons om de geschiedenis levend te houden en de gevaren van deze ideologieën te begrijpen.

Tot slot, hoe zie jij de toekomst van sociaal-cultureel werk?
Ik ben er niet optimistisch over. Er zijn veel waardevolle initiatieven mogelijk, maar ze worden vaak niet gerealiseerd door een gebrek aan steun of interesse. Neem bijvoor­beeld de Vlaamse culturele invloed in Italië: in de 17e eeuw bracht een Vlaamse musicus polyfone muziek naar Italië, wat Monteverdi later beïnvloedde. Ook Van Dyck, een Vlaamse schilder, introduceerde het gebruik van aceton in verf, wat de Italiaanse schilderkunst ver­anderde. Dit soort uitwisselingen tonen aan dat contact tussen ver­schillende volkeren en culturen altijd tot positieve ontwikkelingen leidt. Het bewustzijn hiervan is een krachtig wapen tegen racisme.

10-03-2025