Luciano Corsini

Niet iedereen is gelijk, maar iedereen is wel gelijkwaardig

Al meer dan 20 jaar voorzitter van AIF+ en nog steeds even gepassioneerd als in zijn begindagen. Wij hadden een interessant gesprek met Luciano Corsini over zijn engagement, de samenleving en het belang van AIF+.

Luciano, we kennen je als een zeer gedreven man, altijd actief en in een heel breed netwerk. Waar komt dat vrijwillig engagement vandaan? En kan je ons kort even de context schetsen waarin AIF+ ooit is ontstaan?
Al van jongs af aan maakte ik deel uit van het hoofdbestuur van AIF. Daar leken activiteiten, debatten en discussies de normaalste zaak van de wereld. Bij mij heeft het streven naar een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt altijd al centraal gestaan. De wieg waarin je geboren wordt, bepaalt de kansen die je krijgt en dat zou niet mogen. Niet iedereen is gelijk, maar iedereen is wel gelijkwaardig. Het was mij al vroeg duidelijk dat als je kansen wil creëren in kansarme buurten, het verenigingsleven een grote rol kan spelen. Ook voor mij persoonlijk is dat zo geweest. Als bestuurslid van AIF wil ik mij daarvoor inzetten. Ik startte dan ook met de jongere generaties in mijn buurt. Er moest iets gebeuren om hen positief bezig te houden. Daarom startte ik in 1973 met een Judo- en Ju Jitsu-club.

Tegelijkertijd richtte ik met de jongeren binnen de vereniging AIF op, dat stond voor Jongeren van AIF. Wat begon als een dansinstuif op zondagnamiddag is uiteindelijk een erkend jeugdhuis voor kansarme jongeren geworden met meer dan 1600 leden. Vanaf 1982 hebben we onze eerste beroepskracht kunnen aanwerven. Dit is allemaal zo gelopen tot wij als AIF besloten te gaan verbouwen en op dat ogenblik is het jeugdhuis samengegaan met de jongerenwerking van het buurthuis in Winterslag, het huidige Eldorado. Wij kregen van de gemeente ook de mogelijkheid om een jeugdhuis te plannen en te laten bouwen. De gemeente trok hier toentertijd 9 miljoen Belgische frank voor uit, wat een hoop geld was.

Mijn engagement begon zich toen ook op een ander niveau dan het lokale te verplaatsen. In 1993 werd ik uitgenodigd bij de toenmalige minister van cultuur. Er werd ons gevraagd om samen met enkele anderen het ICCM (Intercultureel Centrum voor Migranten, de voorloper van het Minderhedenforum en nu LEVL) op te richten. Dat deden we dan ook. In diezelfde periode hoorden wij van de minister dat wij ons moesten verenigen om subsidies te kunnen ontvangen, net zoals dat het geval was in het Vlaamse verenigingsleven. Dat zijn wij dan ook vanaf 1995 gaan doen. In het begin ging het vooral om Italiaanse en Spaanse verenigingen, maar gaandeweg breidden we uit naar verenigingen met leden van nationaliteiten van alle werelddelen. Vanaf 2000 zijn wij onze eerste beroepskrachten gaan aanwerven. Het ging om 1 educatieve medewerker en een administratieve medewerker. Ondertussen hebben we, mede dankzij Europese projectsubsidies, een 20-tal medewerkers die bij AIF+ werken. Dankzij onze erkenning kunnen we 200 verenigingen ondersteunen en in verbinding brengen met elkaar en externe partners.

“Diversiteit is een verrijking, maar jammer genoeg ziet niet iedereen dat zo.”

De samenleving is de voorbije 25 jaar erg veranderd. Hoe verklaar jij dat?
De samenleving is inderdaad heel wat veranderd. Lange tijd ging men ervan uit dat integratie van twee kanten moest komen als ze wilde slagen. Later is men het gaan zeggen dat nieuwelingen zich moesten aanpassen. Volgens mij is het daar verkeerd beginnen lopen.

Veel mensen uit andere landen en continenten doen hun best om erbij te horen, maar ze krijgen te weinig kansen. Dit wordt ook wetenschappelijk bevestigd, onder meer door de OESO, die er vorig jaar najaar op wees dat België de slechtste leerling van de klas is. Dit moet toch de alarmbellen doen rinkelen?

België is een van de meest welvarende landen ter wereld. Hoe kan het dan zo moeilijk zijn om mensen gelijke kansen te geven? Vooroordelen, racisme en discriminatie krijgen we blijkbaar niet uitgeroeid. Integendeel, zou je kunnen zeggen. Mensen lijken te weinig met elkaar te praten en leren elkaar nooit echt beter kennen.

Hoe belangrijk zijn organisaties als AIF+ in die context?
AIF+ is erg belangrijk om de échte dialoog te stimuleren. Veel mensen lijken bang voor het onbekende en dus ook voor wie ze niet kennen. Wij moeten het mensen gemakkelijker maken om die stap te zetten.

Organisaties zoals AIF+ zijn belangrijk om bruggen te bouwen. Alleen zo kan de integratie van mensen die uit een ander land komen makkelijker verlopen. Alleen zo creëren ze een netwerk, leren ze gebruiken kennen, vinden ze werk en krijgen ze dezelfde kansen.

Bovendien hebben de mensen die van ergens anders komen ook ons heel wat te leren: over zorg voor elkaar, over respect, over samenwerking.

Diversiteit is een verrijking, maar jammer genoeg ziet niet iedereen dat zo. Daarom is het belangrijk, hoe moeilijk dit ook is, dat wij als AIF+ ervoor blijven gaan om bruggen te slaan tussen alle mensen die hier wonen en werken.

AIF+ is de laatste jaren erg gegroeid. Tewerkstellingsprojecten krijgen een centralere plek in de organisatie. Waarom zetten jullie hierop in?
In 2002 stapte toenmalig minister voor Tewerkstelling, Renaat Landuyt, het Minderhedenforum en haar federaties samen om het middenveld te versterken. Wij zouden, samen met de werkgevers en de vakbonden, het middenveld vormen om de lage tewerkstellingscijfers van mensen met een migratieachtergrond te verbeteren.

Allochtonen waren toen nog een doelgroep, zowel voor de Vlaamse regering als voor de VDAB. Wij kwamen mee aan tafel in de VDAB en in de SERV en konden hier onze ideeën meegeven en voorstellen indienen naar het beleid. Hiervoor kregen wij eerst 4 medewerkers, daarna 8. Na het aantreden van minister Philippe Muyters werd het project in 2016 stopgezet.

Het probleem was niet alleen dat onze mensen plots nergens meer terecht konden, maar ook dat ze geen specifieke doelgroep meer waren voor de Vlaamse regering en evenmin voor de VDAB. Hierdoor hebben wij er als AIF+ resoluut voor gekozen om ons dubbel te profileren en ervoor te zorgen dat onze mensen toch geholpen werden.

Gelukkig waren er toen ook oproepen van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Deze projecten zorgen ervoor dat onze doelgroep wordt versterkt. We pakken randproblematieken aan en zorgen ervoor dat ze kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Ondertussen is dit project inderdaad uit zijn voegen gebarsten en werken er veel mensen van AIF+ voor tewerkstelling.

“België is een van de meest welvarende landen ter wereld. Hoe kan het dan zo moeilijk zijn om mensen gelijke kansen te geven?”

Hoe lang ben je eigenlijk al voorzitter?
Ik ben voorzitter sinds de beginjaren 2000. Ik volgde Sergio Panizier op. De professionalisering is toen sterk begonnen. Niet door mij natuurlijk, maar door de combinatie van meer erkenningsmiddelen, projectmiddelen en goed personeel.

Ben je momenteel ook nog actief als vrijwilliger?
Bij AIF+ in Winterslag, bij Emilia Romagna in Genk en de Cosettiaanse vereniging voor taal en cultuur, maar mijn engagement bij AIF+ vraagt zoveel tijd dat er niet meer veel overblijft voor ander vrijwilligerswerk.

15/01/2022